******************
Zie voorgangers Stamboek Van Gelre
******************
Jan II van Egmont
(1384 - 1451)
zie Stamboom Jan II van Egmont 1485.pdf
******************
Maria Van Arkel
(1380-1415)
&
Catharina van Gelre
(1440-1497)
Zie Stamboom Maria van Arkel 1380.pdf
******************
Arnold van Egmont
(1410 -1473)
Hertog van Gelre
zie Stamboom dossier Arnold van Egmont 1410 1.7 170414.pdf
******************
Adolf van Egmont
(1439 -1477)
Hertog van Gelre
zie Stamboom dossier Adolf van Egmont van Gelre 1439 1.2 160611.pdf
******************
Karel van Egmont
(1467-1538)
bijgenaamd Karel de Stoute
Hertog van Gelre
Graaf van Zutphen
Zie Stamboom dossier Karel van Egmont 1467 1.4 160514.pdf
******************
Stamboek Van Egmont
Hertog van Gelre
Jan II van Egmont (1384 - 1451)
Heer van Egmond, voogd Hertog van GelreÂ
Jan II van Egmont was een zoon van Arend van Egmont en Yolanda van Leiningen. Jan II van Egmont was van 1423 tot 1433, regent van het hertogdom Gelre. Hij was gehuwd met Maria van Arkel.
Jan II van Egmont droeg een gordel met zilveren bellen en daardoor ook wel genaamd Jan met de bellen en strijdt wat af gedurende zijn leven. Zijn bijnaam krijgt Jan tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Evenals zijn vader zal hij in twist zijn geraakt met graaf Willem VI en Jacoba van Beieren, daar hij zijn leven lang de Kabeljauwse tradities van zijn geslacht . De familie woont in het kasteel, het Slot op den Hoef. Tegenwoordig zien we alleen nog de fundamenten van dit kasteel in de slotgracht tezamen met een brokstuk van de rentmeesterstoren. Hij verloor zijn landgoederen in de Arkelse oorlog en maakte zich na de dood van Willem VI meester van IJsselstein.
In 1408 (24 Juni) bezegelde hij de brief, waarbij zijn vader zich met de graaf verzoende. Na de dood van zijn vader in 1409 volgde hij deze in de Egmondse en IJselsteinse bezittingen op en werd aldus een van de machtigste edelen in het graafschap. Kort daarna trouwde hij met Maria van Arkel. Dit huwelijk met een dochter uit het geslacht, dat aan het hoofd stond van de Kabeljauwse partij en dus van het verzet tegen Willem VI, zou voor heer Jan grote gevolgen hebben.
Voor zijn zoon Arnold voerde hij het voogdschap als hertog van Gelre. Om dit te mogen doen, sloot hij een onderpand af voor de leningen verstrekt aan Jan van Beieren en Filips van Bourgondië. Daarvan kreeg hij de heerlijkheid Leerdam.
Maria van Arkel (1380-1415) & Catharina va Gelre (1440-1497)
Maria van Arkel
Geboren 1385 - IJsselstein, 18 juli 1415) is een dochter van Jan V van Arkel en Johanna van Gulik.
Zij huwde met Jan II van Egmond (1385-1451).
Catharina van Egmont van Gelre
Catharina van Gelre (circa 1440 Geldern, 25 januari1497), regentes van het hertogdom Gelre. Dochter van Arnold van Egmont (1410-1473), hertog van Gelre, en Katharina van Kleef (1417-1479). Catharina van Gelre bleef ongehuwd.
Toen Karel de Stoute in januari 1477 was gesneuveld in de slag bij Nancy, stortte het Bourgondische gezag in Gelre ineen. De standen (bannerheren, ridderschap en steden) namen voorlopig het bestuur op zich. Adolf is weliswaar na de dood van Karel de Stoute vrijgekomen, maar hij bleef voorlopig in Vlaanderen om Karels dochter Maria van Bourgondië bij te staan bij het herstel van haar gezag in Vlaanderen. Toen Maria hem vervolgens tot kapitein-generaal van haar troepen in Vlaanderen benoemde, werd zijn spoedige terugkeer nog minder waarschijnlijk.
Vanwege deze omstandigheden deden de Gelderse standen een dringend beroep op Adolf om zijn ongetrouwde zuster Catharina als regentes aan te stellen. Het kostte de standen de nodige overredingskracht voordat Adolf en Catharina met dit voorstel instemden, want geen van beiden toonde enthousiasme en de onderhandelingen namen enkele maanden in beslag.
Catharina Regentes van Gelre
Catharina's tijdelijke regentschap zou langer duren dan verwacht. In de loop van augustus werd duidelijk dat Adolf op 27 juni voor de poorten van Doornik was gesneuveld. Adolf had twee nog minderjarige kinderen, Karel en Philippa, maar ook zij bevonden zich sinds 1473 in Vlaanderen in handen van de Bourgondische autoriteiten. Er was weinig kans dat zij op korte termijn naar Gelre zouden terugkeren. Voor Catharina zat er niet veel anders op dan haar regentschap voort te zetten, nu uit naam van haar neef, de erfopvolger Karel de Stoute.
Op 25 januari 1497 overleed Catharina van Gelre op de burcht te Geldern. Ze werd begraven in de parochiekerk.
Arnold van Egmont (1410 -1473)
Hertog van Egmont
Arnold van Egmont, geboren in Egmond-Binnen, 14 juli 1410 – Grave overleden 23 februari 1473 en begraven in de St. Elisabethskerk te Grave, was van 1423 tot 1465 en van 1471 tot zijn dood in 1473 hertog van Gelre en graaf van Zutphen. Hij was de oudste zoon van Jan II, heer van Egmont en Maria van Arkel. Tot 1436 stond hij onder de voogdij van zijn vader.
In de machtsstrijd die uitbrak tussen haar man en haar zoon, Adolf van Egmont, koos Katharina de zijde van haar zoon. Met medeweten van Katharina werd haar man op 9 januari 1465 vastgezet in slot Buren door haar zoon en later weer door Karel de Stoute bevrijd. Katharina en haar man woonden niet op een vaste plaats. Favoriete verblijfplaatsen waren het Valkhof in Nijmegen, Kasteel Rosendael in Rozendaal en het kasteel van Lobith.
Adolf doet op 19 november 1465 gedwongen afstand.
Arnold was Hertog van Gelre en graaf van Zutphen (25 jun 1423-1465 en 1471-1473) als opvolger van oudoom Reinald IV, graaf van Kessel en graaf van Egmond. Hij kwam in conflict met keizer Sigismund en raakte door de vele moeilijkheden zeer in de schuld; in 1450-1452 ondernam hij een reis naar Palestina.
Hij verpandde op 7 dec 1472 zijn hertogdom voor 300.000 rijnse guldens aan Karel de Stoute en onterfde Adolf en al zijn nakomelingen.
Adolf van Egmont (1439 -1477)
Hertog van Gelre
Adolf van Egmont (Grave, 12 januari 1438 - Doornik, 27 juni 1477) was een zoon van Arnold van Egmont, hertog van Gelre, en Katharina van Kleef. In de opvolgingsstrijd van Gelre zette hij in 1465 zijn vader gevangen en werd zelf hertog. In 1468 won hij de slag van Straelen tegen Kleef, maar Karel de Stoute herstelde Arnold in zijn gezag in 1471 en Adolf werd gevangengenomen in Hesdin Frankrijk. Na de dood van Karel de Stoute in 1477 werd hij bevrijd door de Vlamingen. Hij sneuvelde als aanvoerder van een Vlaams leger tijdens het beleg van Doornik (1477), nadat de Staten van Gelre hem opnieuw als hertog hadden erkend. Hij werd in 1461 gekozen als ridder in de Orde van het Gulden Vlies.
Adolf is getrouwd met Catharina van Bourbon (1440 - 22 mei 1469), dochter van hertog Karel I van Bourbon, in 1463.
Tot het begon van de negentiende eeuw was het in Nederland toegestaan om de overledenen in de kerk te begraven. Een graf in de kerk zorgde natuurlijk voor een veel grotere status dan een op het kerkhof. Zo zijn er nog vele grafstenen bewaard die herinneren aan de Nijmeegse notabelen uit vroeger eeuwen. Het belangrijkste graf is dat van de in 1469 overleden Catharina van Bourbon, de echtgenote van hertog Adolf van Gelre.
Karel van Egmont (1467 - 1538)
Hertog van Gelre - Karel De Stoute
Graaf van Zutphen
Karel van Gelre (Grave, 9 november 1467 - Arnhem, 30 juni 1538), ook wel Karel van Egmont genoemd, was hertog van Gelre en graaf van Zutphen uit het huis Egmont. Hij ligt begraven in de Sint-Eusebiuskerk te Arnhem.
Karel van Gelre was de zoon van Adolf van Egmont, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, en Catharina van Bourbon.
Karel trouwde op 7 december1518 in Celle met Elisabeth van Brunswijk-Luneburg (Celle 11 september 1494 - Geldern 2 april 1572), dochter van hertog Hendrik VII van Brunswijk-Luneburg (1468-1532) en Margaretha van Saksen (1469-1528), dochter van de keurvorstErnst van Saksen. Door haar huwelijk met Karel van Gelre werd zij hertogin van Gelre. Het huwelijk bleef kinderloos.
De dood van Karel de Stoute in 1477 bij Nancy betekende het einde van het Bourgondische bestuur in Gelre. De Geldersen belaste Adolfs zuster Catharina met het bewind, eerst ten behoeve van de gevangen Adolf en na diens dood (1477) ten behoeve van zijn zoon, de jonge Karel van Egmont, die in 1492 zelf het bestuur aanvaarde nadat hij uit Franse gevangenschap was losgekocht. Bij zijn terugkomst in Gelre werd Karel gehuldigd en als hertog erkend. Zijn gebied bestond op het hoogtepunt uit Gelre, Graafschap Zutphen, Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen (op enkele steden na).